Toepassingen van geothermische warmtepompen

Zie je liever geen buizen, radiatoren of andere in het oog springende elementen van je verwarmingsinstallatie in je huis? Dan kies je best voor een ingewerkte systemen als vloer-, wand- en plafondverwarming. Bij geothermische pompen is de keuze voor vloerverwarming de meest voor de hand liggende. De buizen worden dan net onder het vloeroppervlak gelegd, waardoor warm water circuleert. Het grote voordeel hier is dat de temperatuur van het water lager hoeft te liggen dan bij andere systemen.

Met een geothermische warmtepomp kun je niet enkel de ruimtes in je woning verwarmen, maar ook sanitair warm water aanmaken. Om warm water te maken, wordt warmte-energie uit de bron (de bodem, buitenlucht of ventilatielucht) omgezet in verwarmingswarmte. Die wordt dan via een warmtewisselaar afgegeven aan het water in het boilervat. Dat kan, afhankelijk van het type warmtepomp, een geïntegreerd vat zijn of een losstaand boilervat. De compressor van de warmtepomp zorgt voor water van circa 55 à 60 °C. Is er een hogere temperatuur nodig? Dat kan ook, bijvoorbeeld met behulp van het thermische element van de NIBE warmtepompen.

Een niet te miskennen voordeel van een geothermische warmtepomp is misschien ook wel de meest onverwachte: koeling. Het is niet enkel een makkelijke, maar ook een erg goedkope manier om je huis van de nodige koelte te voorzien. Deze manier van werken wordt passieve koeling genoemd, waarbij “passief” slaat op het feit dat de warmtepomp zelf eigenlijk niet wordt gebruikt. De circulatiepomp daarentegen blijft wel actief en gaat als het ware omgekeerd tewerk. De warmte wordt immers uit de vloerverwarming getrokken en opnieuw afgegeven aan de bodem.